Incontinentie of ongewild urineverlies is geen ziekte en kan op elke leeftijd voorkomen, zowel bij mannen als bij vrouwen. Incontinentie kan optreden als een stoornis van de vullingsfase, of als een stoornis van de ledigingsfase van de blaas.
Oorzaken
Bij een stoornis van de vullingsfase kan het zijn dat de blaas overactief wordt. Personen met deze stoornis hebben een hevige drang om te plassen. Ze gaan dan ook eerder naar het toilet omdat ze denken dat ze anders in hun broek plassen. Hierdoor gaat de blaas kleiner worden en kunnen er nog snellere, onwillekeurige blaassamentrekkingen optreden. Het effect is dan dat de persoon in kwestie nog kleinere plasjes maakt en dit wel tot 40 keer per dag. Er wordt van nicturie gesproken als de blaassamentrekkingen ’s nachts gebeuren. Een andere stoornis van de vullingsfase is de onvoldoende samentrekking van de sluitspier. Dit wordt ook wel eens inspanningsincontinentie genoemd. Personen met deze vorm van incontinentie zullen urine verliezen tijdens het niezen, hoesten of lachen. Dit is te wijten aan het feit dat er bij deze activiteiten een verhoogde druk op de blaas ontstaat. Verzwakte bekkenbodemspieren vormen de basis van deze incontinentie. Deze verzwakking treedt vooral op na meerdere bevallingen, in de menopauze, na een operatie aan de onderbuik, bij veelvuldig heffen en tillen, bij zwaarlijvigheid, bij chronische constipatie of bij een verkeerde plastechniek.
Incontinentie is geen ziekte en kan op elke leeftijd voorkomen, zowel bij man als vrouw.
De voornaamste stoornis van de ledigingsfase is benigne prostaathypertrofie en de tweede voornaamste bekkenbodemhypertonie. Bij deze laatste vorm van incontinentie gaat de sluitspier tijdens het plassen niet goed open. Deze personen hebben moeilijkheden bij het plassen. Ze hebben ook een trage urinestraal en het gevoel dat er nog urine in de blaas aanwezig is na het plassen.
Risicogroepen
Er zijn heel wat mensen die vroeg of laat te maken krijgen met problemen van de lage urinewegen. Bij mannen is dit 1.5 tot 5% van de bevolking terwijl vrouwen meer last hebben van incontinentie, tussen 10 en 25% van de bevolking. Vanaf 60 jaar worden urinewegstoornissen gezien bij 15 tot 30% van de bevolking.
Tips om incontinentie te vermijden
Om incontinentie te vermijden kunnen oefeningen uitgevoerd worden waardoor de bekkenbodemspieren en de sluitspier van de blaas versterkt worden en beter onder controle gehouden kunnen worden. Een voorbeeld van zo’n oefening houdt in om de bekkenbodemspieren zes keer strak aan te spannen en zes tellen te ontspannen. Deze oefening moet 10 keer na elkaar herhaald worden en dit elke ochtend, middag en avond. Hierdoor krijg je meer controle over de blaas. Urineverlies kan ook verminderd worden door het plassen niet te lang uit te stellen, een natuurlijke zithouding aan te nemen bij het plassen, de urine te laten stromen zonder te persen of de buikspieren te spannen, niet te veel koffie, thee en alcohol te drinken en te vermageren in het geval van overgewicht.
Incontinentie kan vermeden worden door de bekkenbodemspieren te versterken aan de hand van oefeningen.
Behandeling
Inspanningsincontinentie
Dit kan op vele manieren worden behandeld. Er kan beroep worden gedaan op een kinesist om de bekkenbodemspieren te verstevigen. Verder kan ook medicatie ingenomen worden die ervoor zorgt dat het plaskanaal samentrekt. Vooral Clarinase of Actifed tabletten zijn doeltreffend. Deze medicatie wordt over een korte periode gebruikt want bij langdurig gebruik ontstaat hypertensie, tachycardie (meer dan 100 hartslagen per minuut)en buikkrampen. Verder zijn er geneesmiddelen die de sluitspier beter doen samentrekken, zonder hypertensie of tachycardie als bijwerking. Zo’n geneesmiddel is Cymbalta. De belangrijkste bijwerking van dit product is misselijkheid. Chirurgie kan ook worden uitgevoerd bij incontinentie. Voor de vrouwen bestaat een TVT operatie waarbij een netje vaginaal wordt ingebracht en dient als ondersteuning van de urineweg. Het netje wordt zonder spanning tot achter het schaambeen gebracht. De urineweg wordt zo omhoog getrokken. Het is belangrijk dat de chirurg zorgt dat de blaas niet doorprikt wordt. TOT is een variant van de TVT procedure maar hierbij wordt het netje via de lies ingebracht en zo tot onder de urineweg geleid. Voor de mannen bestaan er eveneens netjes, alleen worden deze niet vergoed door het ziekenfonds. Bij ernstige gevallen van incontinentie wordt een nieuwe sluitspier geplaatst.
Overactieve blaas
Bij een overactieve blaas zijn kinesitherapie en blaastraining de voornaamste behandelingswijzen. Naast deze therapie kan er ook medicatie ingenomen worden. De medicijnen werken in op de muscarinereceptoren in de blaas waardoor de drang om te plassen vermindert. Oxybutine is een goed middel maar heeft veel bijwerkingen. Vooral oudere mensen hebben hier meer last van dan jongere mensen. De bijwerkingen zijn constipatie, vertroebeld zicht, droge mond en verhoogde druk in de oogbol. Naast deze perifere bijwerkingen zijn er ook centrale bijwerkingen zoals agressie. Dit komt vooral voor bij kinderen en kan zeer problematisch zijn. Oudere mensen hebben dan weer last van een aantasting van het korte-termijn geheugen.
Bedplassen en nicturie
Deze kunnen worden behandeld met Vesicare en Toviaz. De nicturie wordt hiermee gehalveerd. Deze mensen moeten ’s nachts dus minder opstaan om te plassen en kunnen zo overdag beter functioneren. Minirin is een efficiëntere behandeling aangezien 75-80% van de patiënten ’s nachts langer kan slapen. Botox kan ook gebruikt worden om een rustige blaas te krijgen voor 5 tot 10 maanden. Als laatste kan ook een pacemaker ingebracht worden om de blaas regelmatig in plaats van onregelmatig te laten samentrekken.
Heeft u een vraag of wenst u advies, contacteer dan onze Viata apotheker.