Benigne prostaathypertrofie (BPH) is een goedaardige vergroting van de prostaat. Het komt voor bij oudere mannen en kan problemen geven bij het plassen. De prostaat is een klier die enkel bij mannen wordt gevonden. Deze ligt net onder blaas en is ongeveer zo groot als een kastanje. De prostaat produceert vocht dat ervoor zorgt dat de zaadcellen in leven blijven en beweeglijker worden. Dit vocht vermengt zich bij seksuele opwinding met het sperma dat geproduceerd wordt in de teelballen. Uiteindelijk zal dit vocht naar buiten worden gestuwd doorheen de penis bij de zaadlozing. Het prostaatvocht beschikt over antibacteriële eigenschappen die de man beschermt tegen urinaire infecties.
Een goedaardige vergroting van de prostaat komt voor bij oudere mannen en kan problemen geven bij het plassen
Prevalentie
Hoe ouder de man wordt, hoe meer hij kans heeft op de ontwikkeling van BPH. Mannen die lijden aan deze aandoening hebben vaak plasproblemen. Deze ontstaan doordat de prostaat groter wordt en het plaskanaal hierdoor meer en meer wordt dichtgedrukt. Vanaf de puberteit groeit de prostaat gemiddeld 1.6 gram per jaar. Vanaf 30 jaar neemt de groei af, nog 0.4 gram per jaar. Wanneer de prostaat groter wordt, nemen de problemen om te plassen toe.
Oorzaken
Er is nog geen gekende oorzaak van een prostaatvergroting. Waarschijnlijk komt de aandoening op gang door een veranderde hormoonproductie ten gevolg van het ouder worden. De man gaat minder testosteron produceren maar meer oestrogeen. De aandoening kan niet preventief voorkomen worden.
Klachten
Mannen met BPH hebben last van een aantal symptomen of klachten die te maken hebben met de vergroting van de prostaat. Zo zijn er obstructieve klachten en klachten die irritatie veroorzaken. Voorbeelden van obstructieve klachten zijn een verminderde straal en moeilijkheden bij het starten met plassen. Doordat de straal afneemt in grootte weet de man niet wanneer hij klaar is met plassen en kan hij nog nadruppelen. Een andere obstructieve klacht is het gevoel hebben dat de blaas niet leeg is na het plassen. Wanneer de man niet meer kan plassen wordt er van retentie gesproken. Dit is een zeer pijnlijk fenomeen en wordt veroorzaakt door alcohol maar ook door het uitstellen van plassen. Ook urineweginfecties kunnen aanleiding geven tot retentie. De blaas wordt samengetrokken bij het plassen door cholinerge receptoren (acetylcholine). Geneesmiddelen met een anticholinerge werking of bijwerking kunnen dus zorgen voor retentie. Klachten waarbij de man irritatie ondervindt zijn bijvoorbeeld frequent plassen, ’s nachts moeten plassen, een dringende behoefte om te plassen of incontinentie. In het begin kunnen bovengenoemde symptomen mild zijn maar na een paar jaar krijgt de man meer last van deze klachten.
Diagnose
De diagnose wordt gesteld door middel van een rectaal onderzoek. Hierbij wordt een vinger in het anaal kanaal geduwd. De prostaat kan gevoeld worden langs één kant. Dit geeft een idee van de grootte en hardheid van de klier. Een harde prostaat kan een indicatie geven van prostaatkanker. Ook kan men bepalen of er urineretentie aanwezig is. Dit doet men door in de onderbuik te voelen. Als men de blaas voelt, wilt dit zeggen dat er urine in zit en de man dus last heeft van retentie. Om BPH vast te stellen kan ook de prostaat specifiek antigen (PSA) hoeveelheid bepaald worden. PSA is een eiwit dat door de prostaat wordt gemaakt en voorkomt in het bloed. Een verhoogde PSA waarde in het bloed geeft een vergroot risico op BPH. Verder wordt een urineonderzoek uitgevoerd om te kijken of een urinaire infectie aanwezig is of niet. De plasstraal wordt gemeten en onder de 5 ml urine per seconde heeft de man een grote kans op acute retentie. Via een echo kan de hoeveelheid urine achtergebleven na het plassen gemeten worden maar kan ook de grootte van de prostaat bepaald worden en kan er gekeken worden naar de nieren.
Behandeling
Behandeling van BPH gebeurt via medicatie of chirurgische ingreep. Alfa-blokkers zoals terazosine (Hytrin) hebben een ontspannend effect op de spiervezels in de prostaat. Klachten die irritatie veroorzaken verminderen dankzij deze alfa-blokkers. Nevenwerkingen kunnen hierbij optreden, waarvan duizeligheid de voornaamste is. Ook hoofdpijn en seksuele dysfunctie komen voor. Deze medicatie wordt dus beter ’s avonds ingenomen voor het slapen en wordt gebruikt bij milde vormen van prostaatlijden. De 5-alfa-reductase-blokkers hebben invloed op het mannelijke geslachtshormoon testosteron. Hierdoor wordt testosteron niet omgezet in dihydrotestosteron. Dit laatste heeft de prostaat nodig heeft om te overleven. Door toediening van deze blokkers zal de prostaat verminderen met 20 à 25%. 5-alfa-reductase-blokkers hebben alleen nut bij een voldoende vergrote prostaat. Bij een prostaat die kleiner is dan 30 ml zal er geen effect gezien worden. De producten die deze blokker bevatten zijn finasteride (Proscar) en dutasteride (Avodart). De nevenwerkingen van deze producten zijn libidostoornissen, erectiestoornissen en ejaculatiestoornissen.
De behandeling gebeurt via medicatie of via een chirurgische ingreep.
Bij herhaalde acute urineretentie en herhaalde hematurie (bloed in urine) zal chirurgie toegepast worden. Wanneer er een blaassteen gevonden wordt, zal ook direct heelkunde worden toegepast. Het is namelijk zo dat de man een vernauwde doorgang van het plaskanaal heeft aangezien de steen niet uitgeplast kan worden. Chirurgische ingrepen worden verder ook toegepast wanneer een blaasdivertikel aanwezig is. Dit is een uitstulping van de blaas dat ontstaat door overdruk. Ook wanneer er 150 ml urine achterblijft in de blaas na het plassen wordt de man geopereerd.
Voedingssupplementen kunnen ingenomen worden ter behandeling van BPH ,al is er nog geen bewijs geleverd dat deze ook werken. Benypro en Profit zijn voorbeelden van voedingssupplementen.
Heeft u nog vragen of wenst u advies, contacteer dan onze Viata apotheker.